C H A R A C T E R
Character is een klank- en beeldinstallatie over taal, gemaakt door Anika van de Wijngaard en Jos Agasi.
De Universiteitsbibliotheek is een bewaarplaats voor literatuur, manuscripten, intellectuele en creatieve ideeën. Het is een plek waar teksten in vele talen opgeslagen liggen. Taal kan visueel zijn: een schrift. Taal is daarnaast ook een geluidssensatie: klanken die samen een woord en betekenis vormen. Schrijver Anika van de Wijngaard en beeldend kunstenaar Jos Agasi onderzoeken met Character wat taal voor hen betekent. Jos Agasi ontwikkelt een taal van beelden waarmee hij zijn emoties en zijn kijk op de wereld vormgeeft. Anika is als schrijver dagelijks bezig met taal, maar loopt soms ook tegen de grenzen aan van wat in woorden te vatten is. Ze zijn samen in de Universiteitsbibliotheek op zoek gegaan naar verhalen en bronnen over taal en schrift.
Bij het vallen van de avond trekt de audiovisuele installatie Character je mee een eeuwenoud bos in, vol geluiden en betekenisvolle karakters. Je kunt oude, bestaande en nieuwe taaltekens ontdekken en luisteren naar een mix van vertelling en geluidskunst.
T R A N S C R I P T I E S
Deel 1 (Anika van de Wijngaard)
Ik ben op een andere plaats in een andere tijd.
Ik zit aan een tafel.
Taal is hier mijn enige mogelijkheid iets van betekenis met jou te delen.
Mijn woorden reizen door de tijd en zijn nu bij jou terecht gekomen.
Hoe dicht we bij elkaar komen, hangt af van mijn vermogen om te beschrijven.
We ontmoeten elkaar via taal.
Ik zit aan tafel. Een beeld daarvan vormt zich in jouw hoofd.
Misschien zie je niet mijn tafel voor je, maar de tafel die je thuis hebt staan.
Of die in het huis stond waar je opgroeide.
Wat je ook ziet, wat je je ook herinnert.
Het is waarschijnlijk een plat vlak dat in de lucht hangt en omhoog wordt gehouden door tafelpoten.
Zie je mij voor je, terwijl ik hier zit?
Jouw beeld van mij is een realiteit.
Waarschijnlijk weet je niet hoe ik er in werkelijkheid uit zie.
Zelfs als je mij kent, zul je mij niet helemaal zien zoals ik werkelijk ben.
Maar laten we ervanuit gaan dat je mij helemaal niet kent en dat ik voor nu enkel besta in jouw gedachten.
Jij hebt een beeld van mij dat alleen van jou is.
Kan ik zitten aan de waarheid? Kan ik aanschuiven aan de waarheid die in de lucht hangt en omhoog wordt gehouden door vier poten?
Ik vraag mij soms af waarom ik het object, waaraan ik zit, niet met een heel ander woord kan aanduiden. Het woord ‘waarheid’ bijvoorbeeld.
Er lijkt een afspraak gemaakt te zijn over wat elk woord betekent.
Het ligt niet in mijn macht om iets te veranderen aan de combinatie woord en betekenis.
Taal is een bijzonder bezit.
Het is de bron van ons denkvermogen en creativiteit.
Elke taal deelt op eigen manier de wereld in.
Een taal die uitsterft neemt een uniek perspectief op de wereld met zich mee. Het verdwijnt.
De onderlinge band tussen mensen die deze taal ooit machtig waren.
Het verdwijnt.
Het spreken in mijn moedertaal voelt natuurlijk.
Het gebruikmaken van die taal is voor mij net zo vanzelfsprekend en intuïtief als het bewegen van mijn lichaamsdelen.
Ik kan mij daarom niet voorstellen dat die taal er niet meer is.
Taal verbindt mij met anderen, met jou. Maar ik heb het ook nodig om in mijzelf te kunnen keren, waarbij de woorden in mijn hoofd klinken zonder dat ik ze uitspreek. Zonder taal is het onmogelijk om duidelijke en constante ideeën te hebben.
Het verband tussen een woord en dat wat het aanduidt lijkt niet zomaar op toeval berust te zijn, simpelweg omdat ik al mijn hele leven dezelfde woorden gebruik om dezelfde dingen om mij heen te duiden.
Maar taal heeft een arbitrair karakter. De betekenis lijkt logisch, maar er is geen verband tussen het woord en dat waar het naar verwijst.
Deel 2 (Anika van de Wijngaard)
Jij bent hier. Je staat op een plek waar je wordt omringd door gedachten. Door bevindingen, kennis, toelichting, uitleg, verhalen. Gedocumenteerd, op schrift gesteld, opgetekend. In andere tijden, op andere plaatsen.
Jij bent hier. Taal is de tijdscapsule voor de boodschap. Voor kennis, toelichting, uitleg, verhalen. Het is een brug tussen heden en verleden. Hier en daar. Breng je aandacht naar je voeten en merk op dat je stevig, met beide voeten, op de grond staat. Denk er maar eens over na: wat hier allemaal ligt. In dit woud, eigenlijk is deze plek als een dichtbegroeid bos. Wist je dat beuken kunnen groeien in elkaars schaduw? En dat bijna dode bomen soms in leven worden gehouden door de rest van het bos. Ik beeld mij in dat het hier ook zo werkt. Alles wat oud is, ligt rustig te wachten. Schijnbaar kalm, nooit volledig stil. Soms zal iets verdwijnen, maar veel vaker biedt het voeding voor iets nieuws. Wat hier ligt opgeslagen, komt soms van ver. Het is niet aangewaaid. Nee, duizenden handgeschreven manuscripten werden verzameld. In de loop der eeuwen. Unieke teksten die slechts één keer aan het papier werden toevertrouwd. De zeldzame exemplaren liggen hier opgeborgen. Ze worden hier bewaard. Al blijft het een geheim hoeveel talen hier te vinden zijn. Misschien zijn het er wel bijna zevenduizend? Alle talen van de wereld plus talen die uitgestorven zijn. Waar de klanken van zijn weggeëbd in de stilte. Alleen schaduwen van inkt zijn achtergebleven op papier.
Hoe leer je een taal, enkel van het papier? Hoe hoor je de klanken in je hoofd als je ze nog nooit in het echt hebt gehoord? Breng je aandacht naar je voeten en besef dat je stevig, met beide voeten, op de grond staat. Je hebt hier een boven- en een onderwereld en beneden ons ligt een kelder. De gemiddelde bezoeker komt hier niet. Je moet een trap af, een deur door. De deur valt achter je in het slot. Geen zorgen, dat gebeurt altijd. Want niet iedereen heeft hier iets te zoeken. Je komt in een ondergrondse gang en je loopt door. Je passeert eindeloos veel boekenkasten. Er is hier geen versiering of verfraaiing te herkennen. Deze lange gang straalt absolute functionaliteit uit. Er zijn glazen afscheidingswanden; er komt amper daglicht naar binnen. Er is een deur naar een opslagruimte. Open de deur. Links van de deur staat een klein kastje, ter hoogte van je knie, tegen de muur. Het is een simpel houten kastje, te midden van alles dat hier is verzameld en opgeslagen. Het zou je misschien niet opvallen. Sterker nog, dit kastje is een aantal jaar vergeten geweest. Zo oud is het eigenlijk nog niet, maar wat er in zit is dat wel. Het deurtje van het kastje kan open. Het bevat vijftien laadjes. Nee wacht, er ontbreken er drie. In de lades zitten matrijzen, kleine koperen mallen. De tekens op de matrijzen werden er met ijzer ingeslagen. Vervolgens kon met de matrijzen drukletters worden gemaakt door ze te vullen met lood. Hebreeuws, Syrisch, Koptisch, Japans. Javaans. Hieratisch en Hiërogliefen zijn ook opgenomen in het kastje. Dit kastje herbergt diverse schriften, talen die duizenden jaren oud zijn. Alles is genummerd: van 1 tot 15. Van 126 tot 247. De volgende taal is genummerd 1 tot 104 en 105 tot 235. Tekens die in oneindig veel combinaties naast elkaar neergelegd kunnen worden. Hiermee kun je alles vertellen. Alles wat handgeschreven is reproduceren en dan verspreiden. Hierin schuilt de mogelijkheid om te blijven produceren in talen die allang niet meer worden gesproken. Je kunt woordenboeken drukken in deze talen. En dan is het een kwestie van studeren.
Maar wacht even! Hoe klinkt dit teken. En dit teken? En deze?
Op een van de matrijzen staat een vraagteken. Het is er met inkt opgezet. Wie heeft hiermee een vraag proberen te stellen? Was het de lettergieter zo’n 150 jaar geleden? Er staat ook een woord bij geschreven. Op dat smalle stukje koper. Gekrulde letters bieden een uitdaging, maar er is wel woordherkenning. Het duurt even, maar dan lees je er opeens het woord ‘noodig’ in. Het staat geschreven onder een teken dat enkel bestaat uit een kort streepje. Is dit teken nodig of niet, lijkt de vraag te zijn. Het antwoord blijft uit. Hoe kun je dit weten als je de taal niet kent? Als niemand weet waar het taalteken voor dient, wat het betekent, dan is het in zekere zin inderdaad overbodig geworden.
Ik droom ’s nachts over het kastje. De tekens lichten op en boodschappen komen naar boven. Vanuit de diepte, hoor ik klanken. Ik zie bijna de volledige betekenis voor mij, maar dan word ik wakker en sluit de toegangspoort tot de werelden van deze talen zich meteen weer voor mij.
GELUIDSKUNST (Jos Agasi)
1. Teksten door ChatGPT gegenereerd op basis van de vraag 'Maak niet kloppende zinnen met willekeurige onbestaande Nederlands klinkende woorden', uitgesproken door diverse met AI gegenereerde stemmen.
2. Diverse met AI gegenereerde stemmen proberen middels intonatie iets zinnigs te maken van de ingevoerde tekst 'u u u u u www.www v v v v v v v t g h jyyyyyyy y v v vb b .b b s s w wqqa. a a xxx x x x x xx ktk.ktktktk.tkt jhjhjhj jh jh j.h h hhj jh jhjhjhjh gygyg gygyg ygyg.ygyg ed ese es vb n nm n mmm nmnmnm mnmnm. pp pp ppbpbppbpb p pbpbb bb vb. bvbvb.vbv.bvbv'
3. Alfabet uitgeproken door Engels docent, met variaties voor de klinkers.
4. Willekeurige opgenomen engelse uitpraken.
Videokunst (Jos Agasi)
De video animaties zijn gemaakt met tekens die we ontworpen hebben om te refereren aan bestaande tekens van verschillende schriften, waaronder het eeuwenoude Hieratish. Ook kun je tekens zien die door AI beeld- en videogeneratoren zijn gemaakt, waarbij we specifiek gebruik maakten van de beperking van deze generatoren om nette letters te produceren. Dit leidde tot de vreemde en onleesbare karakters waar we naar zochten.
Installatie (Anika & Jos)
Met wortels in het verleden en takken reikend naar de toekomst is deze boom de levende verbeelding van de taal, die altijd in ontwikkeling is. Rottende resten van verloren taaltekens onder de boom geven voeding aan groeiende talen die we nog niet spreken.